Kleermot ( Tineola bisselliella Hummel )
Kleermotten behoren niet tot onze oorspronkelijke fauna. Ze zijn uit warmere gebieden afkomstig en pas aan het einde van de 18e eeuw toen kachels algemeen in gebruik kwamen, konden ze het in onze woningen en gebouwen volhouden. Ze leven hier dan ook niet in de vrije natuur. Ze komen dus ook niet via onze ramen naar binnen vliegen. Kleermotten kunnen ruim 100 eitjes leggen. Die zal men niet gauw vinden, omdat ze bijzonder klein zijn, wittig en veelal weggestopt in vouwen of tussen de haren van tapijten en bont. De larven komen na enkele dagen uit en ze beginnen direct met het spinnen van een buisvormig omhulsel dat ze tegen uitdroging moet beschermen. Dit buisje wordt met afgeknaagde deeltjes van het materiaal waarin ze leven en met uitwerpselen bekleed. Deze laatste hebben dezelfde kleur als het voedsel en zijn bolrond. Hierdoor worden ze vaak voor motten-eitjes aangezien. De ontwikkeling van ei tot volwassen mot kan uiteenlopen van één maand tot een jaar, afhankelijk van de temperatuur, de vochtigheid en de kwaliteit van het voedsel. Ze groeien het snelst bij 25 graden. In verwarmde kamers dient men met vier generaties rekening te houden.
Motten leven van de hoornstof Keratine. Dit eiwit bevindt zich in wol, bont en veren en is bijzonder moeilijk verteerbaar. Toch stellen de bijzondere voorzieningen in hun darmkanaal ze in staat om de speciale zwavelverbindingen hierin af te breken. Ze eten echter ook graag meel, vlees en dode insecten. Sinds de vijftigerjaren loopt het aantal kleermotten door verschillende oorzaken snel terug. De belangrijkste is wel dat er enkele zeer effectieve impregneermiddelen op de markt zijn gekomen. Het sterk toegenomen gebruik van synthetische stoffen en het feit dat men het niet meer zo nodig vindt om kisten en laden vol met wollen kleren te bewaren, heeft zonder twijfel ook aan de teruggang van de kleermot bijgedragen. Stofzuigers en het voortdurend droger wordende klimaat binnenshuis hebben eveneens hun levenskansen verminderd.
Hoe kom ik van het probleem af?
Preventieve maatregelen zijn onder anderen het goed schoon houden van kleding, regelmatig luchten en in de zomer de kleding het liefst zoveel mogelijk buiten hangen. Kleding in kasten goed uit elkaar hangen. Ook zorgen voor voldoende ventilatie. Vochtig geworden materialen die niet meer gebruikt worden niet langdurig laten liggen in kelders en vlieringen en dergelijke.
Indien er al een besmetting plaats heeft gevonden kan de kleding chemisch gereinigd worden of ingevroren worden gedurende 4 dagen op -20 graden.
Naden, kieren en vloerkleden kunnen behandeld worden door onze bestrijdingsdeskundige. Hiervoor kunt u een email sturen met uw postcode en telefoonnummer naar info@meldpuntongedierte.nl
De bestrijdingsdeskundige neemt dan contact met u op om het plan van aanpak en de kosten te bespreken.